Bahama’s …. weer een geheel andere wereld!

Het leuke van deze zeilreis is dat je na een paar uur zeilen (in dit geval 26 uur) opeens weer in een hele andere wereld bent. We hebben Cuba achter ons gelaten en laten ons verrassen door de Bahama’s. Wat een prachtig zeilgebied is dit. Veel mooie eilanden, deels onbewoond, ongerepte natuur, spierwitte stranden met fijn zand, helder blauw/groen water, mooie onderwater wereld … wat wil je nog meer? Onbegrijpelijk dat niet meer ‘vertrekkers’ dit als bestemming in hun rondje Atlantic opnemen.


De reis er naar toe gaat heel soepel. Weinig wind en dus alleen motoren, maar het kan veel beroerder, want normaal zou dit een stuk hoog of pal tegen de wind in zijn die hier best hard kan waaien. We varen samen op met de Virage, een Canadese boot met Francois, Julie-Anne, Annabelle (9 jr) en Bastien (5 jr) aan boord. Zij kennen de Bahama’s erg goed en weten ons er veel over te vertellen. De eerste baai die we aandoen is Clarence Town op Long Island. We ankeren vlak voor een onbewoond eilandje en kunnen het anker gewoon zien liggen op 5 meter diepte. Toine en Francois gaan samen naar de kant om in te klaren, in de bijboot van Fancois, want die is 15 pk en gaat een stuk harder dan die van ons (met een motortje van 4 pk). Hier in de Bahama’s doe je eigenijk niet mee met een motortje van 4 pk, zo merken we later. Je kunt het hier dan ook goed gebruiken omdat het best afstanden zijn die we per bijboot kunnen afleggen. Ach, wij zijn maar zo kort in de Bahama’s en zijn nog erg ‘gehecht’ aan ons trouwe motortje. Bovendien is dit een mooie pk-hoogte zodat de meiden er ook alleen mee kunnen varen zonder gevaar.

Ik ga met Julie-Anne en de kinderen naar het strand om alvast wat hout te zoeken voor het kampvuur van die avond. De Virage heeft namelijk een hele mooie Spaanse Makreel gevangen en die gaan we samen opeten. In aluminiumfolie op onze Cobb, heerlijk zacht wit vlees, echt om te smullen. Afgemaakt met een lekker voorgerechtje … ‘spider plantain’; een echt Bahamiaans recept … een mengseltje van geraspte bakbanaan met kokos, gember en knoflook bakken in olie … heerlijk! Ook ons laatste restje tonijn in soja-marinade gebraden boven het kampvuur smaakt heerlijk. Het enige nadeel van op het strand eten zijn alle muggen en no-see-ums (hele kleine beestjes die steken en die je bijna niet ziet) die er een half uur rond zonsondergang zijn. Toine houdt hier wel meer dan honderd bultjes op zijn benen van over … ook nog van Cuba of alleen Clarence Town? We weten het niet. Pas na 3 dagen is de jeuk minder en wordt het weer een beetje normaal. Iets wat hier wel bijzonder is, is dat we geen GSM-verbinding hebben omdat KPN kennelijk geen contract met de Bahama’s heeft. Dus de komende 2,5 week niet alleen geen internet via de blackberry, maar ook geen sms en telefoon. Dat is wel even wennen. Zelfs in Gambia hadden we gewoon bereik.

De volgende dag doen we het rustig aan en ’s middags gaan we snorkelen en Toine voor het eerst ‘speervissen’ met Francois. Dan zwem je met een speer rond, je duikt af en toe de diepte in om vissen of kreeften te zoeken en ‘te speren’. Dat is pas vissen …. een echte sport! Lui een lijntje achter de boot uitgooien is daar niets mee vergeleken. Echter nog zonder resultaat.

De dag daarna vertrekken we samen met de Virage vlak na zonsopgang (7.00 uur) voor een heerlijke zeiltocht van 45 mijl met een klein knikje in de schoot naar Conception Island. Wat is dat een prachtig eiland! Geheel onbewoond, met ongerepte natuur, volop riffen om te snorkelen en te vissen en lekker helder water om in te zwemmen. Wel zwemmen er een paar haaien rond, dat merken we ’s middags tijdens het snorkelen … brrrr, dan maar niet meer snorkelen. We vinden dit het mooiste plekje tot nu toe! Er ligt nog een andere Canadese boot met kinderen (de Merci) en de drie mannen spreken af om de volgende ochtend (zondagochtend) ‘op jacht’ te gaan met hun speer naar een kreeft. Toine kijkt zijn ogen uit … wat een topsport is dit. Je wordt enorm moe van continue wel 6 meter diep duiken (alleen met snorkel) om vissen en kreeften uit hun hol te jagen en te spiezen. Het lukt ze … en ze komen terug met een enorme ‘Grouper’ waar we die avond met de drie families van eten. Ondertussen maak ik een cake die we ’s avonds als toetje eten.

Tijdens het schoonmaken van de vis (waarbij het afval in het water wordt gegooid) zwemmen er drie haaien rond de Merci. We maken er mooie foto’s van, zeer indrukwekkend die beesten! ’s Middags maken we met z’n allen een mooie wandeling over een deel van het eiland en ’s avonds komt de hele groep bij ons op de boot eten. Wij hebben de grootste boot (die twee Canadese boten zijn ‘maar’ 29 foot) en kunnen zo iets terug doen, want de Grouper voor het hoofdgerecht komt voornamelijk van de Merci en de Virage maakt een heerlijke conch-salade (van schelpen die je hier op de bodem van de zee kan vinden). Heel erg gezellig en heel erg lekker eten! Wat dat betreft zijn Canadezen net Fransen!

Op maandag 22 mrt nemen we weer afscheid van elkaar. Wij gaan door naar de Exuma’s en zij gaan een andere kant op. Na een mooie zeiltocht (helaas zonder gevangen vissen) van 45 mijl komen we in het begin van de middag aan in Emerald Bay Marina, een zeer luxe haven ten noorden van George Town. Ze hebben er gratis wasmachines en een supermarkt en dat is de reden dat we hierheen gaan. Voor het einde van de dag heb ik vijf ladingen wassen en drogen erop zitten en ligt ook alles weer fris opgevouwen in de boot! Het verwachte koufrontje trekt over; dan draait de wind in 12 uur tijd met de klok mee van oost naar zuid, west, noord en weer terug naar oost meestal gepaard met regen en hardere wind. Dit gebeurt vrij regelmatig, dus het is zaak de weersverwachtingen goed in de gaten te houden, zeker als je op ankerplaatsen ligt die alleen bij oost- of juist westenwind beschermd zijn. De temperatuur is hier al wat koeler dan in de Carieb. De fannetjes zijn niet meer nodig en we liggen weer onder een laken (en zelfs één nacht ook alweer onder het dekbed). Ook de temperatuur van het water is koeler (hier 23 graden t.o.v. 29 graden in de Carieb). Snorkelen zonder wetsuit is dan ook niet goed te doen. Gelukkig hebben we die al in Nederland gekocht voor de meiden en voor Toine, en voor mij schaffen we de volgende dag er één aan in George Town. We doen dan eerst school en denken met een taxi even op en neer naar George Town (de ‘hoofdsstad’) te kunnen. Blijkt heen en weer met de taxi even duur te zijn dan het huren van een auto … nou dan maar een auto huren. Het stadje stelt niet zoveel voor, we kunnen er gelukkig een goede zeekaart van de Exuma’s vinden want die hadden we nog niet en ons electronisch systeem, de navionics, heeft niet de hele Bahama’s in voldoende detail. De wetsuit voor mij kopen we in een duikwinkel en een bezoek daaraan doet ons tevens besluiten nog één keer met z’n drietjes te gaan duiken en dat blijkt de volgende ochtend meteen te kunnen. Komt goed uit, want dan hebben we de auto nog. ’s Avonds gaan we op aanraden van een Amerikaanse zeiler uit onze haven naar Febuary Point, een resort met een leuk bistrootje waar ze ‘Taco Tuesday’ hebben; op dinsdag zoveel taco’s eten als je wilt met leuke life muziek. We eten er lekker en hebben een hoop lol.

Het duiken de volgende dag is prachtig! Niet zo heel diep, maar wel veel mooie vissen en koraal. We zien ook een mooie koraalduivel, een grote zeekrab en een grote kreeft. De 2e duik gaat Eline met de divemaster eerder terug omdat ze het erg koud heeft en kunnen Toine en ik samen een stuk langs een koraalwand zwemmen. Erg mooi! Na het duiken nog even boodschappen doen, dan snel de haven betalen, de auto inleveren en een klein stukje varen naar de eerst volgende goede ankerplaats in de Exuma’s … Rat Cay. Een mooie plek in ondiep water achter een onbewoond eiland. We genieten enorm van de borrel met eigengemaakte spider plantain (kijk voor het recept op de fantastische website van m’n zusje … Familiekeuken daar staat het recept volgende week op) en het eten met eigengemaakte frietjes en een groot stuk mals vlees van de Cobb. Ondergaande zon erbij en bijna alleen in de baai (op één boot na) maakt het top-gevoel compleet.

Vanuit Rat Cay varen we (gisteren) door naar Black Point. Eerst een stuk aan de oostkant van de Exuma’s door de kilometers diepe Exuma Sound. Daarna door ‘Cave Cut’ bij Cave Cay naar de oostkant van de Exuma’s over de Exuma Bank die heel ondiep is. Soms zelfs maar net 2.0 meter en dat hebben we precies nodig! We zijn blij met de kaart, want alleen met de Navionicskaart was dit niet gelukt. Het is een prachtige tocht over groen/blauw helder water waar je de bodem van kan zien. Black Point is ook alweer zo’n mooie ankerbaai, dit keer wel met wat meer boten. ’s Avonds eten we weer heerlijk op de boot.

En vandaag zijn we van Black Point naar Staniel Cay gevaren. Maar een klein stukje, maar over zeer ondiep water en dat was best wel even spannend. We redden het net met een stuk van 2.0 meter diep voor de ingang van Staniel Cay. Ook dit is weer een bijzonder mooi plekje. Veel kleine eilandjes en riffen om ons heen en weinig andere boten. Hier is ook de beroemde ‘Thunderball Cave’; een onderwater grot waar je in kunt snorkelen en mooie vissen ziet. James Bond film ‘Thunderball’ (uit 1966) is in deze grot opgenomen. Dat gaan we morgen rustig bekijken.

Nu zijn we blij met weer eens internet. Dat was weer even geleden. Zo kunnen we de site weer bijwerken, mailtjes versturen en de blogs van onze mede-vertrekkers weer eens lezen. En zo is er ook weer ruim een week voorbij. Even wat statistieken: we hebben 8.230 mijl gevaren en denken er nog zo’n 5.500 te gaan wegtikken. We zijn 8 maanden onderweg en hebben nog 5 maanden te gaan, dus dat komt mooi overeen met de afstand die we nog te varen hebben. De komende week brengen we nog in de Bahama’s door met kleine stukjes varen. Daarna staat Florida met een bezoek aan de pretparken ons te wachten. Life is good !!!!!!