Zomervakantie 2014 – deel 4 – wachten op ex-Bertha en naar huis

De laatste week brengen we eerst in Stromness door wachtend totdat ex-Bertha voorbij is. Woensdagavond 13 augustus vertrekken we en na een stevige zeiltocht van 76 uur zijn we gisteravond 22.30 uur aangekomen in Stellendam. Voor ons gevoel één van de zwaarste tochten ooit. We kunnen de hele tocht zeilen met windkracht 5-6 pal van achteren en de laatste dag half tot hoog.
Niet zozeer de windsterkte, maar vooral de zeegang maakt het oncomfortabel aan boord waardoor Toine en ik de eerste twee nachten nauwelijks kunnen slapen. Dat maken we niet vaak mee. Wat een klotsbak is die Noordzee toch. We zijn blij dat we van de zee af zijn! Maar het was het meer dan waard gezien de hele vakantie. Bij een ‘stoere’ bestemming hoort een stevige zeiltocht. Dat het hier vandaag en de komende dagen hard gaat waaien merken we. We kunnen nog wel door de Haringvlietbrug, maar de brug bij de Volkeraksluizen gaat niet open vanwege te harde wind en dat gaat wel tot komende dinsdag duren. Daardoor zijn we genoodzaakt om de SeaQuest in Willemstad achter te laten en de komende week een keer terug te varen naar Bru.

De laatste week van dag tot dag. We wachten drie dagen in Stromness totdat ex-Bertha voorbij is. Die zorgt voor storm op de Noordzee precies in het gebied waar wij doorheen moeten. In de Orkney’s waait het daardoor veel meer met regelmatig een flinke bui. De boot ligt stevig vast aan de steiger met dubbele lijnen. Gelukkig is er in Stromness een overdekt zwembad met bubbelbad en stoomsauna. Op maandag ga ik daar met de meiden naar toe. Op dinsdag gaan de meiden zelf en maken Toine en ik met z’n tweetjes een wandeling. En de laatste dag gaan we gezellig met z’n viertjes. Tussendoor vermaken we ons goed op de boot en hebben we contact met mede-zeilers in de haven. Iedereen zit met het vraagstuk wat het beste moment is om te vertrekken. Een Noors gezin naast ons hebben meer haast dan wij en zijn daardoor gedwongen moeder met oudste dochter terug te laten vliegen en vader met jongste dochter wachten op een goed moment om naar Stavanger te varen. Leuk om hierover met elkaar van gedachten te wisselen. Zij vertrekken dinsdagochtend vroeg en zullen een stevige tocht gehad hebben. De hardere wind zit verder zuidelijk, dus voor ons nog geen optie om te vertrekken.

 

Wel op woensdagavond 17.30 uur. We eten eerst nog in de haven en varen met een zonnetje en windkracht 5 de haven uit om precies op tijd bij de Pentland Firth te kunnen zijn. Dat is het nauwe stukje water tussen de Orkney’s en Noord-Schotland waar een zeer sterke stroming staat. Zeker met springtij (en dat is het nu); dan staat er 12 knoop stroming bij maximale tij. Zo’n situatie met hardere wind tegen tij is levensgevaarlijk. Een stukje water dat je dus bedachtzaam moet benaderen. We zorgen ervoor dat we er precies bij kentering zijn en daarna de stroming mee hebben. Best spannend vooraf, maar eenmaal daar is het een appeltje eitje. Geen enkel probleem. De rest van de tocht is veel zwaarder.

De eerste nacht varen we klavertje met de genua en de kotter. Dat vaart best goed, alleen de boot beweegt zo. De meiden slapen gelukkig goed, maar Toine en ik kunnen beide geen goede slaaphouding vinden. In de ochtend zetten we het grootzeil met de genua in klaverstand; dat geeft de boot iets minder beweging. We komen de dag prima door met lezen, film kijken, af en toe slapen en eten. De boot staat op de autopolit ‘windstand’ op 165 graden. Zo ‘kruisen’ we voor de wind en voorkomen we een gijp. In de middag zwemmen grote dolfijnen een tijdje met ons mee. En ik bak een appeltaart. Eén keer per dag gaat de klaver-zeilstand ‘over’ naar de andere kant. Dat is dan vooral voor Toine even werk. Etmaalafstand 165 mijl, we zijn op een derde.

De tweede nacht slapen we alle vier niet zo goed. De boot beweegt meer door de zwaardere zeegang. Tijdens wisseling van de wacht om 6 uur moet de zeilstand weer om en een rif in het grootzeil omdat de wind aantrekt. En dan merken we dat de bouten van de giekneerhouder zijn losgetrild en de giek opeens naar beneden komt als we het grootzeil inrollen. Dat is even schrikken. In een flinke zeegang gelukkig wel goed te repareren door Toine en ruim een uur later zeilen we weer. De dag komen we wederom door met vooral liggen, film kijken en eten. Op dit stuk Noordzee is er bijna geen scheepvaart, buiten is het koud en regenachtig, dus we brengen de dag vooral binnen door. Etmaalafstand 160 mijl, op twee-derde!

 

In de avond neemt de wind gelukkig steeds meer af waardoor we op de motor met een relatief rustig liggende boot de nacht in kunnen. Wat een kadootje … zo maken we een redelijke nacht totdat de volgende dag het om half 8 weer gaat waaien, dit keer halve wind. De genua krijgen we niet uitgerold. Dat probleem hebben we voor de vakantie ook gehad. Dan maar op de kotter. En dat blijkt de rest van de dag ook prima te zijn met windkracht 6. Het laatste stuk is het zwaarst. We moeten nog een paar uur voordat we in Stelledam zijn en steeds hoger varen. Echt wel even doorbijten, vooral door het slaaptekort voelen we ons niet fit.

We tellen de uren af en zijn blij als we om 22.30 uur in Stellendam zijn en de boot stil ligt. Via internet vinden we een friettent die nog open is en ook bereid is om de bestelling te bezorgen (3 km lopen is te ver). Zo zitten we om 23 uur met z’n viertjes heerlijk een bord friet leeg te schransen met flink wat water erbij en worden de tekorten aangevuld. Wat slaapt het daarna lekker … heel diep.

En vandaag wilden we dus terug naar Bru varen, maar zijn we gestrand in Willemstad. Toine is met een taxi naar Bru om de auto op te halen en wij ruimen de boot op. De SeaQuest varen we volgende week wel een keer terug. En zo komen we aan het einde van een prachtige vakantie!!! Een prima ‘maiden trip’ voor de SeaQuest.