Zomervakantie 2012 – Denemarken via de Duitse Bocht

Het is lange tijd onzeker of we echt een langere zomervakantie-reis kunnen maken met de Brandaan vanwege de situatie van mijn (Mira’s) moeder. Ze is net verhuisd en gaat dat allemaal goed genoeg om weg te kunnen? Gelukkig wel en durven we het aan om op pad te gaan. Daarnaast is de zomervakantie wat meer ‘begrensd’ door tennistoernooien van Marinthe. Dat maakt dat we pas laat zondagmiddag (1 juli) op de boot zijn en drie weken later eigenlijk weer terug moeten zijn. Of dat echt gaat lukken laten we nog even in het midden want dat hangt sterk af van het weer.

Een echt reisdoel hebben we dit jaar niet. De Shetlands en de Scillies staan hoog op onze verlanglijst, maar dit jaar niet echt haalbaar. Schotland en de Shetlands zitten continue in de vanuit het westen komende depressietreinen. Het is wel bezeilbaar, maar lokt niet vanwege het slechte en natte weer daar. De Scillies zijn moeilijk bezeilbaar tegen de westenwind in en drie weken is te krap. Bovendien zoeken we op dit moment niet al te veel uitdaging omdat we na een hectische periode hiervoor aan relaxen toe zijn.

 

We besluiten daarom om via de Duitse Bocht naar Denemarken te gaan. De eerste week hebben we overwegend mooi en warm zonnig weer (op de paar uurtjes storm op Vlieland na). Zeilen kan maar een enkel uurtje, voor de rest tuffen we de 260 mijl op de motor langs de Nederlandse kust door de Duitse Bocht en ook de 60 mijl door het Kielerkanaal. Een hele relaxte eerste week. Maar op het moment dat we de Oostzee opvaren begint het hard te waaien en enorm te onweren. Een voorbode voor de 1,5 week daarna. Dan hebben we continue behoorlijk harde westenwind en regelmatig een flinke bui en is het ook een stuk frisser (17 graden).

In deze weersomstandigheden ideaal om de Kleine Belt in Denemarken te verkennen en niet verder naar het westen richting Borholm te gaan, want hoe komen we dan op tijd terug met dat westen-weer? In de Kleine Belt maken we prachtige zeiltochten en is alles bezeilbaar. Wel twee keer met zeer stevige wind (8-10 Bft en 7-8 Bft). Wat zeilen betreft uitdagend, maar niet heel erg relaxed en wat is dit deel van Denemarken saai. Heuvelachtig met graanvelden, graanvelden en nog eens graanvelden. Saaie wat zakelijk ingerichte dorpjes met weinig sfeer. Uiteraard met uitzonderingen, maar dit is in notendop hoe we het ervaren. We brengen dan ook relatief veel tijd op de boot door en doen weinig dingen op het land. Nou kunnen we dat alle vier ook erg goed, maar toch beloven we elkaar plechtig ‘dat we nooit meer naar Denemarken gaan’, omdat het toch echt leuker is om naast het zeilen ook dingen op het land te kunnen doen.

En hoe kom je terug met aanhoudende westenwind? Via de Lymfjord? Dan is Nederland wellicht beter bezeilbaar, maar wel veel meer mijlen. Dus dan toch maar weer via het kanaal en de Duitse Bocht. Daar hebben we gelukkig precies op tijd een mooi weergat, maar ook nog even een uitdagend stukje tussen Brunsbüttel en Coxhaven met windkracht 8-10 en stroming tegen tij. Ook niet echt relaxed. Eenmaal terug in Nederland begint het mooie zomer weer (ook in Denemarken). Hoe dan ook, we hebben toch een prima vakantie en genieten van het op reis met de Brandaan zijn met veel tijd voor elkaar. Hieronder het verslag van dag tot dag.

Maandag eind van de ochtend vertrekken we uit Bru met als doel direct naar de Noordzee te varen en wellicht in één keer door naar het Kielerkanaal. Maar eerst op de Noordzee zien te komen en dat valt niet mee. Dat wordt ons zelfs heel moeilijk gemaakt. Alsof we toch niet op vakantie mogen ;-). Komt allereerst door ons zelf omdat we de keuze maken via de Haringvliet naar ‘buiten’ te gaan ipv via Roompot. Onder normale omstandigheden is deze weg zeker niet langer; alleen wel met wat meer obstakels die onzeker zijn hoe lang die in beslag nemen. Nou, het heeft ons dit keer wel heel wat langer gekost én een geknakte marifoonantenne. Allereerst kost de Krammersluis ruim drie uur. Zijn we daar eenmaal door en tegen half 5 bij de Volkeraksluis, horen we dat er tot 18.30 uur stremming is. Nou, dan maar 2 uur wachten. Gelukkig wel lekker in het zonnetje. Maar om half 7 nog steeds een stemming …. blijkt de brug kapot te zijn en die zijn ze aan het maken maar ze hebben geen idee hoe lang dat gaat duren. Ruim een uur later geen verandering en dan worden we een beetje moedeloos …. kunnen we dan toch niet de Noordzee halen vandaag? Dan krijgen we de tip dat we de jachtensluis kunnen proberen. Wij hebben 19.40 m hoogte nodig en er staat zeker 19.00 m. Het hoogste deel van onze mast is de marifoonantenne en die is vast wel een beetje flexibel …. nou dat is ‘ie zeker …. tot bijna het einde van de brug buigt ‘ie netjes bij elke balk mee, alleen de laatste twee balken (vd 20) zijn net iets lager …. knak …. en dan hangt het bovenste 1/3 deel van de antenne geknakt opzij. Maar we zijn door de sluis en op de Haringvliet aangekomen! En gelukkig doet de antenne het nog perfect, dus direct vervangen (door de reserve antenne die achter op de boot staat) is niet nodig.

Na een half uurtje voor de Haringvlietbrug wachten kunnen we er om 21.00 uur als enige boot bij de laatste opening van vandaag doorheen …. Noordzee, here we come …. alleen nog even de Haringvliet over naar Stellendam … denken we. Maar als we daar ruim twee uur later aankomen valt onze mond open van verbazing …. ook deze brug is kapot, net een week, en het kan nog wel een maand duren voordat ‘ie gemaakt is. Ah, nee toch! Wat nu? We zitten vast op de Haringvliet en kunnen nergens heen, en dat terwijl er zo’n mooi weergat is om het Kielerkanaal in één keer te halen. We zoeken op internet en komen erachter dat we via het Spui, de Oude Maas en de Nieuwe Waterweg bij Rotterdam ook de zee op kunnen. Het Spui is halverwege de Haringvliet op te varen. Maar niet ’s nachts, dus we gooien het anker uit en gaan eerst een paar uur slapen.

Om 6 uur de volgende ochtend vervolgen we onze ‘strijd’ om de Noordzee op te komen. Door het  Spui en de Oude Maas (best mooi Zuid-Hollands landschap) komen we bij de laatste twee bruggen aan die ons van de zee scheiden, de Botlek en Spijkernisse brug. En die werken zowaar allebei mee, en zo komt het dat we uiteindelijk toch bijna een dag later via de Nieuwe Waterweg de Noordzee op varen. Met een lekker zonnetje en weinig wind van achteren. En zo dobberen we de hele dag langs de Nederlandse kust omhoog met af en toe zeilen en veel motoren en komen we half 6 de volgende ochtend in Vlieland aan. Het weergat om door te varen is niet lang genoeg meer en we hebben ook wel zin in een paar dagen Vlieland.

Vlieland blijft gewoon een leuk eiland om te vertoeven. En we hebben ook nog eens heerlijk zonnig en warm weer. De eerste dag maken we een fietstocht over het eiland, zwemmen zelfs in zee (alleen Eline en Mira) en eten heerlijk in het restaurant vd jachthaven. De tweede dag regent het af en toe en is het een prima dag om de boot eens goed te poetsen. Een voorjaarsschoonmaakbeurt waren we nog niet aan toegekomen. Toine gaat de mast in gelierd via de elektische lier en vervangt de marifoonantenne …. dat ziet er toch een stuk beter uit! We zetten de bijboot in elkaar en varen er nog even mee naar een wad voor de haven. ’s Avonds BBQ’en we lekker op de boot en maken nog een wandeling langs het strand om de zonsondergang te zien. De volgende dag is het vertrekdag, maar pas nadat het frontje is gepasseerd. Die raast rond het middaguur ruim twee uur over Vlieland heen met regelmatig windkracht 7-8. Daar wachten we maar even op …. en als het rond 15 uur rustiger wordt en de wind is gedraaid naar zuidwest gaan we de zee op weg naar Brunsbüttel.

Het eerste deel bij Vlieland wegkomen is nog even een ruw stukje en worden de meiden net niet misselijk, maar eenmaal bij de aanloopton aangekomen kunnen we ‘rechtsaf’ en hebben we de wind en de golven lekker van achteren en kunnen we alleen met de genua heerlijk zeilen. Daarna ook nog even met het grootzeil erbij in kalvertjestand. Maar langt duurt dat niet want de wind valt weg en de rest van de tocht varen we alles op de motor. Het wordt een lekkere rustige nacht, wel oppassen voor scheepsverkeer en de bouw van een windmolenpark. Rond het middaguur de volgende dag zijn we bij de invaart van de Elbe, en pas 8 uur later zijn we in Brünsbuttel. Wat een lang en saai stuk, die Duitse Bocht!

Door de sluizen bij Brunsbüttel is een leuke belevenis met enorm grote zeeschepen heel vlakbij. Voor het eerst na ruim 20.000 zeemijlen en na zeker 26 andere landenvlaggetjes hangt het Duitse vlaggetje in het want van de Brandaan. We overnachten in de kleine jachthaven meteen achter de sluis en zien de grote zeeschepen op enkele meters verwijderd de sluizen in en uit varen. Er speelt een band op het terrein naast de jachthaven goede gouden oude muziek uit onze jeugd met mooie zang. In het zonnetje met een biertje erbij is het goed vertoeven!

 

Het is inmiddels zondag 8 juli en we tuffen de 100 km door het Kielerkanaal. Wederom lekker in het zonnetje met veel grote zeeschepen die passeren. De bruggen zijn allemaal hoog genoeg en de meeste van bijzondere Duitse architectuur. Dat maakt allemaal veel goed. Voor de rest is het maar een lang stuk tuffen hoor! Als we door de sluizen van Holtenau zijn breekt opeens het voorspelde onweer los. De regen komt met bakken uit de hemel. Maar we zijn in de Oostzee!! Nog een klein stukje naar de jachthaven van Laboe. Een typische Oostzee badplaats met leuke restaurantjes en een strand met van de ‘ouderwets’ uitziende Duitse strandstoelen met een luifel.

De volgende dag vertrekken we na het ontbijt voor de 35 mijl naar het noorden naar de Deense eilanden van de Kleine Belt. We hebben het weerbericht niet heel goed bekeken, maar weten van gisteren dat het zuidwesten wind is, max kracht 6. Bovendien is het niet echt open zee waar we op zitten, dus het zal wel loslopen. We vertrekken met een beetje gereefde genua. Eenmaal meer op open water waait het toch behoorlijk door en ligt de boot stabieler met rif 3 in het grootzeil erbij en een iets minder voor de windse koers (120 graden) richting Søby op het eiland Æro. Maar al snel begint het nog harder door te waaien en zitten we in een echte storm (regelmatig rond de 35 knopen wind een en rond de paar buien boven de 40 knopen met een maximale windstoot van 49 knopen). En dat 25 mijl (ruim 3 uur) lang. De Brandaan geeft geen krimp en vaart gewoon door. De meiden binnen ook niet, die kijken gewoon een film. En wij zitten buiten dat natuurgeweld te aanschouwen. Voor mij wel weer even wennen hoor.
Eenmaal rond de punt van Æro wordt de zee vlakker en meren we af in de beschutte haven van Søby. Met een hele aardige karakteristieke havenmeester. Zo, we zijn in Denemarken!

Dinsdag 10 juli blijven we een dagje op Æro. Het is heerlijk zonnig weer en droog!! We maken een lange wandeling over de helft van het eiland van zo’n 18 km. Een paar uur flink sjouwen en dat vinden we alle vier leuk. Over heuvels, langs graanvelden, door dorpjes en langs de zee. In de middag komen we moe en hongerig aan in Æroskobing en daar vinden we een prima eettentje met lekkere frietjes, zelfgemaakt ijs en bier. We kunnen gratis met de bus terug naar de boot. Lekker dagje Denemarken op deze manier!!!

Woensdag 11 juli varen we na het ontbijt een kort stukje op alleen de genua naar een leuke ankerplek bij het eiland Avernakø. Het eiland zelf stelt weinig voor. Het is heel klein met het lijkt alleen wat vakantiehuizen. Maar alleen met niemand om ons heen op een mooie ankerplek liggen is ook goed, meer hebben we niet nodig. We eten heerlijk op de boot (de lekkerste maaltijd tot nu toe volgens alle vier). We hebben net als vorig jaar de gewoonte weer opgepakt om elke avond kaartspelletjes te doen. Onze wijnvoorraad gaat er lekker snel doorheen. we hebben de meiden verteld dat we over een paar dagen naar Legoland gaan. Daar zijn ze helemaal enthousiast over en als tegenprestatie gaan ze in het geheim iets moois voor ons maken. Daar zijn ze uiteindelijk drie dagen in verloren uurtjes mee bezig.

 

Donderdag 12 juli varen we 25 mijl verder de Kleine Belt in naar het eilandje Arø. Een pittige zeiltocht nagenoeg hoog aan de wind met windkracht 5-7. Vooral rond de buien trekt de wind flink aan. Maar we zien de windmeter niet boven de 30 komen! Overal om ons heen zijn zeilboten  die ook gewoon door zeilen. Dat is wel het voordeel van op redelijk beschut water zitten. Arø heeft een hele kleine jachthaven waar wij maar net inpassen. We zijn de grootste boot en redden het net qua diepgang. Een leuk plekje om te liggen! Elk half uur komt de veerboot vanuit het vaste land aan en vertrekt een kwartier later weer. We krijgen het eigengemaakte kado van de meiden en dat is een prachtig in elkaar geknutselde Brandaan. Wat lief van ze!
’s Avonds lopen we een stukje over het eiland en eten we enorm lekker in een echt lokaal Deens restaurantje. Eline pasteitjes, Toine en Marinthe een stuk(je) beef en ik een heerlijk vispannetje. Met heerlijke salades erbij en een tapbiertje. Echt leuk en lekker!

De volgende ochtend zijn Eline en ik fanatiek en gaan we voor het ontbijt hardlopen volgens het zomerschema van Eline’s hockey. Voelt goed om te doen! Daarna een lekker stukje zeilen (12 mijl) voor de wind met alleen het grootzeil nog verder de Kleine Belt in langs kleine eilandjes naar Middelfart. ’s Middags gaan we op pad het stadje in om uit te zoeken hoe we de volgende dag naar Legoland kunnen. Middelfart is een zakelijk en geen gezellig stadje  ’s Avonds eten we op de boot en spelen Canasta.

 

Zaterdag 14 juli … Vroeg op, snel ontbijten en flink doorlopen naar het station. Eerst met de trein van Middelfart tot Vejen. Dan met de bus tot vlak voor Legoland. Twee uur later staan we voor de ingang. Het is een erg mooi park! Niet zo heel groot, met als mooiste het lego miniatuurpark waarvan we het Nederlandse deel met de huizen, bruggen, kanalen, sluizen en boten het mooist vinden. Daarnaast zijn er leuke achtbanen en een wildwaterbaan (soort Phiranha). We krijgen twee enorme regen en onweersbuien over ons heen. Nu we toch al nat zijn kunnen we ook wel de wildwaterbaan in. Marinthe protesteert, ‘ik wordt hier altijd heel nat van’. Wij nog zeggen ‘niet zo zeuren’. Maar ze krijgt gelijk want zij en Toine krijgen een enorme golf water over zich heen. Gelukkig hebben ze ook van die droogblaascabines. Vlak voor vertrek kopen we twee grote legobouwpakketten; ‘de weg is weg’ van Harry Potter voor Marinthe en een off the road auto van technisch lego voor Eline. Dan hebben de meiden wat te doen. We waren namelijk vergeten om lego mee te nemen en daar spelen ze nog steeds veel mee.

Zondag 15 juli gaan we een stukje verder naar het noorden. Het plan is dan nog om via de Lymfjord naar huis te varen. Eerst het smalste en kronkelend stukje Kleine Belt onder de twee bruggen door. Dan een stuk varen met ruime wind. De wind trekt weer enorm aan en we besluiten te stoppen bij Juelsminde en niet door te varen naar Endelave of Tunø. Daar hebben ze hele kleine jachthavens en we weten niet of er plaats is en ankeren in deze harde wind is geen optie. Een praktische stopplaats, maar wederom een stadje met weinig sfeer.

Wat zullen we doen? Toch doorvaren naar het noorden en via de Lymfjord naar huis of omkeren en via de Duitse Bocht terug? Het weer is een paar dagen vooruit behoorlijk onvoorspelbaar. Vanuit beide kanten is er geen duidelijk weergat. Bovendien is bovenlangs varen toch nog een behoorlijk aantal mijlen extra varen, deels zeer of te hoog aan de wind naar Hals. We nemen een  definitief besluit … toch maar onderlangs … en zo varen we het stuk van gisteren weer terug en tevens een stuk verder door naar het zuiden. Wederom in pittige wind …. kracht 7 met stoten in 8 en bijna hoog aan de wind. Met grootzeil in rif 2 en genua in rif 3 redt de Brandaan het prima. En met regelmatig de zon erbij is het eigenlijk een mooie zeiltocht. Na ruim 40 mijl varen we een mooie beschutte ankerbaai aan de noordkant van het eiland Als in. Met een hele smalle invaart een prima plek om te liggen na zo’n tocht. Natuurlijk spelen we ’s avonds weer Canasta.

 

De volgende dag zeilen we zo’n 15 mijl door de Ansfjord langs Sønderborg. Een leuke tocht met veel bekijks op de kant en andere boten om ons heen. Eline en ik stappen voor de brug van Sønderborg af om wat boodschappen te doen en komen na de brug weer aan boord. Nog een klein stukje varen naar de ankerbaai van Hørup Hav, maar dat is veel te onbeschut in de harde noordwestenwind, dus toch maar naar de kleine jachthaven van Hørup. We maken nog een leuke wandeling langs het water en door het bos terug. Goed om even de benen te strekken en voor meiden hard nodig om lekker even te rennen en te voetballen.

Woensdag 18 juli varen we de ruim 30 mijl terug naar het Kielerkanaal op de motor met weinig wind en regen dat uit het warmtefront komt dat overtrekt. Bij de ingang van het kanaal zien we een Nederlandse HR met de naam Nova … dat moet Marnix zijn en dat klopt. Hij heeft met zijn gezin een nieuwe HR 412 uit Zweden opgehaald als demoboot van Nova. Leuk om even te kletsen. Dan het kanaal in tot de ankerplaats 15 km verderop. Het regent nog steeds. Meteen de kuiptent op, lekker eten en spelletje Canasta spelen.

Donderdag 19 juli varen we vroeg weer verder het kanaal door. Het voorspelde koufront trekt over met harde wind en flinke regenbuien. In het kanaal hebben we daar weinig last van. Eenmaal bij de sluis aangekomen twijfelen we even … doorgaan naar Cuxhaven met deze wind of toch in Brunsbüttel blijven? Het is maar 13 mijl op ‘redelijk’ beschut water met windkracht 6-7. Dat moet toch kunnen? We weten dan nog niet dat het buiten windkracht 8-10 is en dat geeft met wind tegen harde stroming flinke golven. Daar komen we meteen achter als de sluisdeuren open gaan … de golven rollen naar binnen. Er zijn nog twee andere boten, een zwaardere en grotere dan wij en die gaat door. Maar de kleinere en lichtere dan wij draait om. Die komt er niet doorheen. Onze boot doet het prima. Die is zwaar genoeg met een goede motor om hier tegen in te varen. Maar wat een natuurgeweld en wat een golven waar we op en doorheen varen. We krijgen heel wat zout water over ons heen. Zelfs vlak voor de ingang van Cuxhaven zijn de golven nog hoog. We varen dan ook 9.0 knoop snelheid tegen windkracht 9 in. Flinke stroming mee dus. Nog even goed mikken om met die stroming de jachthaven in te varen en eenmaal binnen is het water vlak en waait het alleen nog maar. Pittig tochtje hoor! Maar fijn om er te zijn.  Het is inmiddels half 9 en we gaan meteen lekker eten in het havenrestaurant. De haven ligt inderdaad vol met Nederlandse boten en wel of niet vertrekken is hét gespreksonderwerp.

 

Wij zijn dan ook de enige boot die de volgende middag vertrekt richting Nederland. Er wordt nog gezegd ‘zo jullie durven’. In de Duitse Bocht is noordwest 5-6 afnemend naar 4 voorspeld. Maar eenmaal uit de bocht zal de wind snel minder worden door het hoge druk gebied dat ook het mooie zomerweer in Nederland gaat brengen. De eerste halve dag zal afzien zijn, maar daarna is het prima weer om naar Bru te varen. En een dag langer wachten levert weer tegenwind op langs Nederland. De Elbemonding zelf valt reuze mee, alleen bij de ingang zelf zijn de golven wat hoger. Maar niets vergeleken bij gisteren. Eenmaal de monding uit kunnen we zeilen. Wel hoog aan de wind met windkracht 4-5 en een verwarde zee met waarschijnlijk nog wat hogere golven door de storm van gisteren. Een pittig eerste deel van de terugreis. De meiden zijn misselijk, eten bijna niets en gaan vroeg slapen. Ook wij voelen ons wat katterig. De boot gaat dan ook behoorlijk heen en weer. Dat duurt tot het begin van de volgende middag tot we bij Vlieland de bocht om kunnen en minder hoog hoeven te varen. In de ochtend valt de wind even weg en dan zet ik de motor aan tijdens mijn wacht. Meteen een ‘verkeerd’ geluid …. de hele boot trilt…. er zit iets in de schroef! Toine komt meteen z’n bed uit en probeert met voor en achteruit slaan de schroef te bevrijden. Dat lukt gedeeltelijk … in ieder geval zodanig dat we wel kunnen moteren. Het voelt niet helemaal normaal, maar gelukkig gaat het wel. Anders zou Toine midden op zee onder de boot moeten gaan kijken.

De tweede dag op zee is heel relaxed, met een rustige zee en weinig wind. Rond de middag komen we bij de Roompotsluis aan en dan blijkt dat we niet meer achteruit kunnen slaan … er is toch echt iets mis met de schroef. Meteen na de sluis leggen we aan en duikt Toine onder de boot … en haalt een enorme bos resten visnet uit de schroef … nu is wel te verklaren waarom het zo moeizaam ging.
Nog een paar uurtjes varen in de zon naar Bru en zo zijn we precies drie weken later weer terug!