Een onverwachtse ontmoeting met de Dominicaanse Republiek

Zeilen is varen naar de plekken waar de wind je brengt … ja, dat geldt zelfs voor ons als doorgewinterde ‘planners’;-) Niet gewoon strak de planning blijven volgen, maar je aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Op weg naar Cuba laat de weersverwachting zien dat de laatste twee dagen de wind vanuit het westen zal gaan komen en tegen zal staan (‘normaal’ voor deze tijd van het jaar is noordoosten wind). Dat komt omdat er noordelijker een lage druk gebied met stormkracht voorbij trekt (over de USA en de Bahama’s). Dat doet ons besluiten een tussenstop in de Dominicaanse Republiek te maken. Daar hoeven we bijna niets voor om te varen en zo zijn we hier voor een kleine week terecht gekomen. Vanaf morgen zal de wind weer ‘gewoon’ uit het noordoosten komen en vervolgen we onze tocht naar Cuba. Enig probleem is dat we niets van dit land afweten, maar gelukkig kan Inge ons op afstand even helpen aan noodzakelijke info!

Een terugblik op de afgelopen week … we vertrekken op zaterdagmiddag vanuit Jost van Dyke, BVI. Het eerste etmaal bovenlangs Puerto Rico is het heerlijk zeilen, met halve tot ruime wind, de zeilen vol met de genua op de boom zodat we klavertje varen en een nette gijp halverwege de nacht. Als we de volgende ochtend al snel een mooie wahoo vangen is het gevoel dat we tijdens de Atlantische oversteek naar Suriname hadden weer helemaal aanwezig. Heerlijk om zo op zee te zijn! Etmaalafstand is 134 mijl. De volgende avond en nacht is er of te weinig wind of de wind komt van voren en varen we op de motor. Totdat het rond 3.00 ’s nachts weer te bezeilen is (hoog aan de wind), met tussen 6.00 en 9.00 uur ’s ochtends precies tijdens mijn wacht flinke wind en veel buien. Het verwachte staartje koufront trekt over, maar met 2 reven in het grootzeil geen enkel probleem. Toine slaapt er zelfs gewoon doorheen. De rest van de dag klaart het op, de zon schijnt heerlijk en is het weer prima rustig zeilen. Wel besluiten we op dat moment niet door te varen naar Cuba en een tussenstop in de Dominicaanse Republiek te maken en daarom verleggen we onze koers iets zuidelijker en varen we iets minder hoog. We hebben geluk want we zien op een vlakke zee, weliswaar wat ver van ons vandaan, maar we zien het echt … springende en spelende walvissen. Ze klappen met hun staarten heel hard in en op het water. Een magnifiek gezicht! Etmaalafstand is 131 mijl. De 3e nacht verloopt heel rustig en vlak na het ontbijt varen we na 360 mijl gevaren te hebben de baai van Luperon binnen.

De invaart doet ons erg aan Gambia denken. Voorzichtig manoevreren door ondiepe gedeeltes, een drempel over de baai in die omgroeid is door mangrove bossen, zonder bruikbare kaart en vooral varen op de dieptemeter. Eenmaal de drempel over de bocht om varen we een grote baai binnen waar tientallen boten liggen. We komen nog een keer vast te zitten in het midden van de baai (1.30 meter en wij steken 2.00). Gelukkig is het modder en komen we makkelijk weer los. Meteen nadat het anker ligt komt de maritieme politie aan boord. Heel vriendelijk vertellen ze in gebrekkig engels wat de bedoeling is. Ze vullen wat formulieren in en daarna moet Toine met ze mee naar de kant om het inklaringsproces bij vier andere instanties af te ronden; immigratie, douane, het havenkantoor en de dienst voor ‘agriculture’. Bij elke instantie moet hij flink dokken en zo blijkt het hele inklaringsproces ruim 120 US te kosten. Dat is toch niet normaal? Zo duur hebben we het tot nu toe nog niet meegemaakt. Later blijkt dat we 30 US te veel hebben betaald en Toine heeft kunnen regelen dat we die bij het uitklaringsproces weer terugkrijgen. Er liggen hier zo’n 50 boten permanent en 50 bezoekende vertrekkers zoals wij. Geen charteraars meer zoals in de rest van de Carieb. Veel Amerikanen en Canadezen die ons hartelijk begroeten en welkom heten en wegwijs maken in het dorp Luperon.

De Dominicaanse Republiek ligt samen met Haïti op het eiland Hispanola. Het zijn twee onafhankelijke landen en de Dom Rep is veel welvarender dan Haïti. Dat hier op kleine afstand vandaan pas geleden een enorme aardbeving heeft plaatsgevonden met alle gevolgen vandien is hier gelukkig niets van te merken. Het is een Caribisch eiland maar heel anders dan de andere eilanden; men spreekt spaans, en in de cultuur en het eten is een duidelijke Spaanse en Zuid-Amerikaanse invloed te herkennen. Je kunt er heerlijk eten, heel goedkoop en ook de supermarkten hebben veel te bieden (lekkere spaanse kaas en worst, goed zuid-amerikaans vlees en veel locaal verbouwde groentes en fruit) voor weinig geld. Dat is een verademing na het dure Caribische gebied. Voor ons voelt het echt als een onverwachts cadeautje; wat een mooi land en wat een ontzettend vriendelijke mensen.

De eerste dag verkennen we het dorpje en huren we een auto voor de twee dagen erna. Het dorpje heeft wat winkels en wat restaurantjes, die zien er prima uit. Maar op straat is het een rommeltje doordat ze de hoofdweg door het dorp aan het verbouwen zijn. Captain Steve is een prima tent waar we twee avonden heerlijk eten. De meiden vermaken zich er goed met het tafelvoetbalspel. Steve is een Amerikaan getrouwd met een Dominicaanse vrouw. Ze zijn zeer gastvrij en kunnen heerlijk koken. Ook kunnen we daar de was brengen.

De volgende dag rijden we in een nieuwe knalrode VW (cross) polo naar Ocean World en Puerto Plata, zo’n 50 km verderop. Hier zelf rijden is een hele belevenis met eigen spelregels. Gelukkig heeft Toine dat (mede door zijn India ervaring?) snel door en redden we het heel goed. Er rijdt en loopt namelijk van alles over de weg. Naast veel vrachtwagens, wat bussen en personen auto’s rijden er erg veel brommertjes, maar er lopen ook volbeladen paarden en ezels tussendoor die als vervoersmiddel worden gebruikt. En dan zit de weg ook nog eens vol gaten, die niet altijd even goed en op tijd te zien zijn. Een ware survivaltocht! Even voor de kenners van Toine z’n rijstijl; vrachtwagens en bussen halen hem hier in en dat zegt voldoende over hoe waanzinnig ze hier rijden! Ocean World is een erg leuk dierenpark dat een beetje op het dolfinarium lijkt maar veel meer op interactie met de dieren zelf is ingericht. Eline’s grootste wens komt uit ….. zwemmen met dolfijnen. Dat is echt fantastisch! We mogen een half uur lang met nog 6 andere mensen het water in samen met 3 dolfijnen. Er is allerlei interactie zoals dansen (vinnen vasthouden), zoenen en een knuffel geven. Met als hoogtepunten het worden voortgestuwd door twee dolfijnen met hun neuzen tegen onze voeten en het samen zwemmen met twee dolfijnen door hun vinnen vast te houden. Zie de foto’s in het fotoalbum. Het is erg leuk om te zien dat de dolfijnen heel veel plezier hebben in deze menselijke interactie.
De derde dag (donderdag 4 mrt) is het regenachtig, maar dat maakt ons niet uit, we gaan toch op pad … op weg naar ‘de waterval’. Vrij dichtbij zou er één moeten zijn, maar die hebben we niet kunnen vinden (ook niet na tig keer vragen). Dan maar naar de Jarabacoa watervallen verderop die op internet beschreven staan. Maar dat is nog een hele tocht, midden door de stad Santiago en ook daar rijden we nog een keer verkeerd. Bijna geven we de moed op (ik) als we het laatste stuk nog over een onverharde zandweg moeten, maar Toine zet door. En uiteindelijk komen we vlak voor 15.00 uur bij de waterval aan. Het is wel een hele mooie, met een wandelingetje van 1,5 km er naar toe (eerst stijl omlaag en de terugweg weer stijl omhoog). De terugweg gaat gelukkig iets sneller. Onderweg stoppen we in Santiago nog bij een hele grote supermarkt en doen flink wat inkopen. Het laatste stuk terugrijden in het donker met regen erbij is nog even stevig vermoeiend. Al met al een heel avontuur en wat veel autotijd, maar dat krijg je als je zelf op pad gaat zonder gids en er geen kaart te krijgen is. Maar het is ook wel weer een mooi avontuur en heeft ons een goed beeld van dit land gegeven!

Het fijne van het reizen met je eigen boot is dat je altijd je eigen ‘huisje’ bij je hebt om je in terug te trekken en alle opgedane indrukken te verwerken. Dat hebben we ook echt nodig na drie dagen van ’s ochtends tot ’s avonds laat op het land te hebben doorgebracht. Rustig wakker worden en ontbijten. Alle tijd voor school pakken en de meiden helpen, alle internet en computerzaken bijwerken en skypen met familie en vrienden. Omdat het regent is er ook geen enkele behoefte om de kant op te gaan. We ontdekken dat de zonnetent die we in Trinidad hebben gekocht ook prima dienst doet als regentent. Zo hebben we lekker de ruimte buiten zonder nat te worden en ook de raampjes van de boot kunnen daardoor open blijven. ’s Avonds spelen we gezellig een spelletje Catan met z’n vieren.

De Dominicaanse Republiek is al met al een mooie opwarmer voor Cuba geweest. Zo hebben we al wat aan het Spaans spreken kunnen wennen en al wat kunnen ruiken aan de cultuur. En wat het is om met eigen auto rond te rijden zonder bewegwijzering en slechte wegen. Ook hebben we op internet informatie over reizen in Cuba opgezocht en het nodige locaal opgeslagen en uitgeprint. Het blijft een spannend avontuur maar we zijn wel goed voorbereid. Morgen vertrekken we voor een kleine 300 mijl (ruim 2 etmalen) varen naar Bahia Vita, een baai in het noordoosten van Cuba.

Voor de ‘Zeilen’-lezers: we staan in het maartnummer met een mooie foto van de Brandaan en een korte tekst over onze ontmoeting in Gambia met alle andere Nederlandse vertrekkers.

Een gedachte aan “Een onverwachtse ontmoeting met de Dominicaanse Republiek

  1. Anoniem

    Hallo allemaal,
    Net na (weer iets te lang niet gekeken te hebben) weer helemaal bij gelezen en de foto's bekeken. Ik blijf me verbazen over wat jullie allemaal meemaken. Wat een avontuur!!!! Wat moet dat avontuur met die dolfijnen fantastisch zijn geweest. Ook Walvissen "life" zien spelen is gaaf. Kortom jalours, maar mooi dat we dit zo kunnen volgen. Blijf er van genieten en blijf het vooral ook vastleggen. Voor ons, maar zeker ook voor jullie zelf. Dit kun, wil en mag je nooit vergeten.

    Groet,
    Rob (en Carry en kids natuurlijk)